Onderzoeksanalyse: wat gebeurt er met de woon- en perceeloppervlakte van woningen?
Er is anno 2019 sprake van krapte op de woningmarkt. Dit heeft niet alleen gevolgen voor starters en woningkopers, maar ook voor de woningen zelf. Kavels van nieuwbouwprojecten lijken te slinken. Dit geldt met name voor stedelijke gebieden. Maar is dit daadwerkelijk zo en hoe groot is dit ‘probleem’? Regiocontainer.nl besloot onderzoek te doen naar de woon- en perceeloppervlakte van woningen.
Binnen het onderzoek werd data van meerdere grote vastgoed platformen voor consumenten geanalyseerd. In totaal werden 56.500 te koop en te huur staande woningen onder de loep genomen.
Eén op de tien onderzochte woningen betrof een tussenwoning. Regiocontainer heeft deze scope gekozen omdat tussenwoningen veel voorkomend zijn. Daarnaast heeft dit woningtype een duidelijke definitie en is het niet voor meerdere interpretaties vatbaar. Dit geldt bijvoorbeeld niet voor het woningtype ‘eengezinswoning’, waarbij een huis van 1.500m² woonoppervlak ook als eengezinswoning gecategoriseerd kan worden.
Perceeloppervlakte steeds kleiner
De perceeloppervlakte van tussenwoningen wordt steeds kleiner. Sinds 1950 is er sprake van een constante daling in de gemiddelde perceeloppervlakte. Waar de gemiddelde perceelsoppervlakte in de jaren ‘50 nog 187,3m² was, is dit in 2010 tot en met 2019 nog gemiddeld 131,7m². De oppervlakte is daarmee tegenwoordig 29,7% kleiner. Gemiddeld daalt de perceeloppervlakte per decennium met 5,6%. De sterkste daling vond plaats in de zestiger jaren. Toen was de perceeloppervlakte gemiddeld 11,3% kleiner dan in de tien jaar daarvoor. Ook in het huidige decennium is de oppervlakte van een gemiddeld perceel van een tussenwoning flink gedaald ten opzichte van vorig decennium; 7,4%.
Woonoppervlakte vertoont stijgende trend
Waar de perceeloppervlakte een dalende trend kent, valt het op dat de gemiddelde woonoppervlakte juist stijgt. Gemiddeld is de woonoppervlakte met 21,1% gestegen sinds de jaren ‘50. Ondanks het gegeven dat er de afgelopen decennia zowel dalingen als stijgingen waren in de gemiddelde woonoppervlakte, is er toch sprake van een gemiddelde stijging van 3,5% per decennium. In de jaren zeventig nam de woonoppervlakte het meest toe ten opzichte van een decennium eerder: 11,3%. Tussenwoningen die gebouwd zijn sinds 2010 zijn juist weer 7% kleiner dan woningen met een bouwjaar tussen 2000 en 2009.
Huizen steeds groter, tuinen steeds kleiner
Als de perceeloppervlakte wordt afgewogen tegen de woonoppervlakte, kan dat een indicatie worden gegeven van de oppervlakte van de tuin. Zo zal een tussenwoning met een perceel van 200m² en een woonoppervlakte van 100m² waarschijnlijk een grotere voor- en/of achtertuin dan een woning met een perceel van 160m² en een woonoppervlakte van 110m².
In het onderzoek is een woon/perceel-ratio aangehouden om (1) te kijken hoeveel procent van een perceel bestempeld kan worden als woonoppervlakte en (2) na de gaan hoe de tuingrootte zich ontwikkeld.
Waar in de woon/perceel-ratio in het decennium 1950 tot en met 1959 nog 53,1% was, is dit ratio dit decennium gestegen naar liefst 91,4%. De woonoppervlakte is dus gestegen, waardoor overige grond (tuinen) relatief heeft moeten inleveren. Over de afgelopen vijf decennia steeg de woon/perceel-ratio met gemiddeld 10%.
Provinciale verschillen
Op provinciaal niveau bestaan er grote verschillen in zowel de perceeloppervlakte en de woon/perceel-ratio. Zo hebben tussenwoningen in Flevoland gemiddeld de grootste perceeloppervlakte; 199,5m².
Ook in Limburg (197,6m²) en Zeeland (181,1m²) is er sprake van relatief grote perceeloppervlaktes. Hier zijn de huizen wel iets groter dan in Flevoland.
De woon/perceel-ratio’s zijn het hoogst in (niet geheel verrassend) Zuid-Holland (87,1%), Utrecht (82,5%) en Noord-Holland (82,1%). In deze provincies neemt de woning een groot deel van het perceel in, waardoor in veel gevallen minder ruimte overblijft voor berging en/of tuin.
Nederland steeds verder volgebouwd
De gemiddelde perceelsoppervlakte daalt, dus percelen worden kleiner. De woonoppervlakte laat daarentegen een stijging zien. Met andere woorden: Nederland wordt steeds verder volgebouwd. Dit heeft ook gevolgen voor het klimaat. Lokale overheden en waterschappen proberen maatregelen te nemen om de (lokale) leefomgeving in te richten op zaken als wateroverlast en hitte.
Subsidies voor groenere tuin
De gemiddelde perceelsoppervlakte daalt, dus percelen worden kleiner. De woonoppervlakte laat daarentegen een stijging zien. Met andere woorden: Nederland wordt steeds verder volgebouwd. Dit heeft ook gevolgen voor het klimaat. Lokale overheden en waterschappen proberen maatregelen te nemen om de (lokale) leefomgeving in te richten op zaken als wateroverlast en hitte.